Wat zouden we ze soms nog graag aan het handje houden, maar kleine kindjes worden groot.
Met dat groot worden en het doorlopen van de jonge levensfases (baby, peuter, kleuter, kind, scholier, puber, student) komen er voor ouders telkens weer nieuwe uitdagingen op hun pad. Leuke uitdagingen, leerzame uitdagingen, hilarische uitdagingen en soms erg lastige uitdagingen.
Studiekeuze kan ook zo'n uitdaging zijn, dus niet alleen voor de jongeren zelf, maar ook voor hun ouders. Terwijl de ene ouder met een kind goede en constructieve gesprekken kan voeren, krijgt een andere ouder totaal geen grip op zijn/haar kind. Dat is niet alleen afhankelijk van de ouder-kindrelatie (op dat moment / midden in de pubertijd) maar kan ook afhankelijk zijn van het karakter van het kind.
Uit onderzoek blijkt dat ouders, voor veel jongeren, de belangrijkste gesprekspartner zijn als het gaat om studiekeuze. In deze blog vind je informatie waarom ouders belangrijk zijn in dit proces, maar deze blog geeft ook vooral inzicht in waarom 'het soms niet werkt'.
Op het voortgezet onderwijs (vo) wordt er aandacht besteed aan studieloopbaan ontwikkeling. Onder andere door mentoren, decanen en studieloopbaanbegeleiders. De manier waarop, dat verschilt nogal per school. Vaak worden er groepsgesprekken gevoerd en testen/opdrachten uitgevoerd waarmee een loopbaandossier wordt opgebouwd, er zijn oriëntatiedagen, korte stages, bijeenkomsten, excursies, schoolbezoeken, voorlichtingsavonden, etc.
Bij sommige vo instellingen worden ouders hierbij actief betrokken, ze worden gevraagd om zelf input te leveren, er worden informatieavonden over dit onderwerp gehouden en ouders ontvangen informatie van de school. Andere vo instellingen informeren ouders nauwelijks, je krijgt dan als ouder niet zo veel mee van hetgeen er op school aan deze loopbaanoriëntatie (LOB) wordt gedaan. Ook vanuit je kind krijg je soms (te) weinig informatie of is deze informatie niet echt heel verhelderend, immers pubers en informatie verstrekken naar ouders is niet altijd de meest ideale/objectieve combinatie.
Toch is het belangrijk dat je je kind hierbij helpt en begeleidt.
Waarom ouders een belangrijke rol vervullen:
- Ze kennen het karakter van hun kind.
- Ze kunnen vanuit hun eigen ervaring meepraten over de interesses van hun kind.
- Ze kunnen hun kind thuis begeleiden en helpen met het creëren van structuur in het (soms erg chaotische) puberbrein.
- Ze kunnen hun kind veel vertellen over eigen werkgebieden en -ervaringen.
- Ze hebben door hun levenservaring vaak een objectievere kijk op hun kind dan het kind zelf (ondanks dat pubers daar vaak anders over denken 😉).
Waarom het soms toch zo moeilijk is:
- De ene ouder is de andere niet. Hoe ouders deze uitdaging ervaren kan nogal verschillen.
Als je middenin een lastige periode zit waarin je veel discussie (of juist totaal geen dialoog) met je kind hebt, zal de ene ouder denken 'ach dat hoort erbij', de andere ouder 'help, komt het nog ooit goed?'
- Ouders weten soms weinig te vertellen over vak- of interessegebieden waarin zij geen (werk)ervaring hebben.
'Mijn kind heeft interesse in techniek, maar wij zijn allebei atechnisch en hebben echt geen enkel idee welke technische beroepen er zijn en wat die inhouden.'
- Ouders weten vaak niet waar en hoe ze moeten zoeken in het grote aanbod van opleidingen.
'Waar moet ik in überhaupt beginnen met zoeken? Ik zie door de bomen het bos niet meer.'
- Ouders weten vaak niet precies hoe het schoolsysteem in elkaar steekt.
'Serieus, kun je met een VMBO-K opleiding dezelfde Mbo-opleidingen doen als met een VMBO-T diploma?" of "Uhm een Bachelor, in mijn tijd was dat toch een Hbo opleiding of niet?'
- Ouders kunnen voor(oor)delen over bepaalde beroepen/opleidingen hebben, die ze (vaak ongemerkt) aan hun kinderen meegeven: positief of negatief kleuren van een bepaald beroep/opleiding.
'Luister jongen, ik heb een goed salaris, geef leiding en werk in een interessante en internationale omgeving, dus een baan in de logistiek is echt een goede keuze, enne...werk genoeg hier in de regio, dus zeker kans op een baan.' Of: 'Tja mijn dochter kan toerisme wel leuk vinden, maar daar is toch niks mee te verdienen.'
- Ouders kunnen de lat bij hun kind onbewust hoog neerleggen, zodat het kind geen eigen keuze durft te maken en niet vanuit zijn eigen hart / intrinsieke motivatie durft te kiezen.
'Nee het maakt mij echt niks uit wat mijn kind gaat doen, als het maar gelukkig wordt! Terwijl diezelfde ouder s 'avonds op een verjaardag enthousiast verteld 'Ja ze kan echt super goed leren, ik denk dat ze wel iets met gezondheidswetenschappen gaat doen, dat zou mooi zijn, de eerste in onze familie die arts wordt.'
- Onbekend maakt onbemind en wordt daardoor thuis niet gestimuleerd.
'Mijn kind een creatieve opleiding doen? Ja, ze knutselde vroeger wel van alles en gaat met surprises "all te way" maar daardoor kun je toch niet een kunstopleiding gaan doen?'
- Je kind is een PUBER!
'Het enige antwoord dat ik uit mijn zoon krijg, als ik met hem over studiekeuze wil praten is dat ik niet zo'n domme vragen moet stellen en het wel goed komt.'
- Er is niet altijd een gelijkwaardige verstandsverhouding, waardoor er geen open dialoog kan plaatsvinden. Redenen daarvoor zijn terug te vinden in de al eerder genoemde factoren; verschillende verwachtingen, puberleeftijd, kennis van de ouders, opleiding van de ouders. Maar ook het verschil in opleidingsniveau tussen ouder en kind of bijvoorbeeld kinderen uit andere culturen, waarvan de ouders geboren zijn in het buitenland, maar de kinderen geboren en getogen in Nederland.
'Mijn ouders snappen mij toch niet, dus laat maar.'
Wil je er alles aan doen om je kind zelf zo goed mogelijk te begeleiden, in de volgende blogs ga ik verder in op de verschillende fases van het keuzeproces, die verhelderend zijn en daardoor inzicht en tips geven. Professionele hulp middels een studiekeuzetraject kan natuurlijk ook heel handig en verhelderend zijn 😊.
Wil je op de hoogte worden gehouden als er een nieuwe blog uitkomt? Vul dan hier jouw gegevens in en ontvang iedere nieuwe blog in je mailbox.
Bronnen:
Dietrich, J., & Kracke, B. (2009). Career-specific parental behaviors in adolescents' development.
Reactie plaatsen
Reacties